Ik wil mensen ontmoeten in cirkels. Enkele weken geleden verliet ik voor de zoveelste keer een zaal vol geïnspireerde mensen, die na een film en een praatje, wat vragen en een afsluitend drankje weer naar huis keerden en het voelde leeg. Leeg, leeg, leeg.
Het was een mooie avond. De film raakte me en de spreker ook. Maar ik voel dat dit niet is hoe wij elkaar als mensen ontmoeten. Ik verlang naar cirkels.
De eerste keer dat ik de kracht van de cirkel ervoer, was in een meditatie groep. We ontmoetten elkaar op de eerste verdieping van een oud pand waar een kleine community intentioneel met elkaar samenleefde. We waren samen stil, zongen en deelden. We zagen elkaars gezichten, we keken elkaar aan.
Een gewoonte in de meditatiegroep was om naar elkaar te luisteren, zonder te reageren. Zo spreken is en blijft een van de engste dingen om te doen, zelfs nu ik dit al jaren beoefen. Je zit in een cirkel en je deelt wat er in je leeft. Vriendelijke ogen op jou gericht, lippen die soms glimlachen maar zich verder stil gesloten houden.
Diep luisteren. Diep gehoord worden. Ogen, die kijken naar jou. Omdat je bijzonder bent en net zo gewoon als elk ander mens in die ruimte. In de cirkel leerde ik hoe we samen imperfecte mensen mogen zijn.
Ik vond het spannend, die eerste keer in de cirkel. Ik wist niet of het wel echt mijn cirkel was. Of ik er hoorde. De tranen kwamen toen we een tekst van Rumi zongen. ‘Come, come, whoever you are. This isn’t a caravan of despair.’
Welkom mens, wie je ook bent. Je bent waardig, je hoort hier, simpelweg omdat je een mens bent, net als wij. ‘Cause it doesn’t matter. If you’ve broken your vows. A thousand times before. And yet again. Come again, come. And yet again, come.’
Waar het in deze cirkel misschien de stilte was, die het zo krachtig maakte, is het juist die stilte die me zo tegenstaat aan zalen met rijtjes. In zalen met rijtjes is het vaak donker, met een aantal lichten gericht op slechts één persoon.
In het donker zie je verder niemands gezicht. Als je op een rijtje zit, kan je haast niemand aankijken. Als ik na een avond op een rij zitten naar huis ga, is het die stilte waardoor ik het gevoel van verbinding mis.
Er worden prachtige documentaires gemaakt, er is geweldig theater, er zijn goede sprekers. Als ze echt goed zijn, zit er een bepaalde intensiteit in de gevoelens die ze bij je oproepen.
Als je écht geraakt wordt, zijn de ‘vragen uit het publiek’ en de paar uitwisselingen startend met de vraag ‘Hoe vond jij het eigenlijk?’ vaak alleen maar een anticlimax die die intensiteit geen recht doen. De vragen die het écht in je oproept, passen vaak helemaal niet in de Q&A. En uit wiens mond kwam die vraag nu eigenlijk?
Ik wil mensen ontmoeten in cirkels en niet alleen om samen stil te zijn. Ik wil horen wat er in je leeft. Ik wil samenkomen rondom de thema’s die ons boeien, ik wil samen leren over de dingen waar we meer van willen weten.
Ik wil samen vragen stellen en antwoorden durven zoeken waar we het niet over eens hoeven te zijn. Ik wil overwegingen horen en de kanten van verhalen waar ik zelf nog niet bij kan.
Ik wil je waarlijk zien, ik wil je waarlijk horen, ik wil je waarlijk ontmoeten.
In een cirkel.
Mooi! Nooit zo over nagedacht hoe zulke mooie initiatieven toch weer erg individualistisch zijn en daarmee weer een stukje maatschappij weerspiegelt. Het community gevoel mag ook hierin terug. Fijne reflectie, jouw woorden 🙏❤️